SCIENCE-BASED START-UPS ZIJN DE TOEKOMST
BIO
Carlo van de Weijer is managing director van het Eindhoven AI System Institute (EAISI) aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Hij heeft brede ervaring in het bedrijfsleven met onder meer leidinggevende posities bij Siemens en TomTom. Carlo is ook een internationale spreker op het gebied van exponentiële technologie en de toekomst van hightech. Hij studeerde aan de TU/e en is gepromoveerd aan de TU Graz in Oostenrijk.
De ontwikkelingen rond AI gaan razendsnel. Wat betekent dit voor de samenleving?
“Ons innovatievermogen in Nederland ligt bij science-based start-ups. Overal ter wereld zie je dat nieuwe bedrijvigheid ontstaat in de buurt van grote universiteiten, denk aan Amerikaanse universiteiten als Stanford en Berkeley in Silicon Valley. Zo werkt het in Europa en Nederland ook steeds duidelijker. Veel van de bedrijven die het verschil maken in Europa bestonden tien of twintig jaar geleden nog niet, of ze waren erg klein. De verversingscyclus van bedrijven wordt steeds korter. AI wordt een noodzakelijke tool, bijna een randvoorwaarde voor ontwikkeling van een nieuw bedrijf, vooral vanwege een enorme productiviteitswinst.”
Sinds de lancering van ChatGPT en andere Large Language Models lijken de veranderingen wel erg snel te gaan. Hoe kijk jij daar tegenaan?
“Ik wil dat graag nuanceren. De geschiedenis van de mensheid is een voortdurende aaneenschakeling van verandering. Verandering lijkt een constante, maar zeker sinds de industriële revolutie zie je dat het wel steeds sneller gaat. Alles wat we uitvinden levert de basis voor nieuwe ontdekkingen, dat is het fundament achter die versnelling. Tot nog toe is dit voornamelijk ten goede gekomen aan de mens, hoewel er aan technologie ook een schaduwzijde zit. Door vuur konden we de winters overleven maar zijn er ook steden afgebrand. Vuur kwam langzaam in ons leven. Dat hebben we in de loop der tijd kunnen reguleren en beheersen. AI komt heel snel op dus daar moeten we ook snel op reageren. Problemen negeren is geen oplossing. Inperken is ook geen oplossing. Je kunt deze vooruitgang niet stoppen.”
Het singularity moment: als computers slimmer worden dan wij
Wat gaan wij merken van deze versnelling?
“Tien jaar geleden dachten we dat iedereen moest gaan programmeren. Nu doen computers dat voor ons. Je hebt straks veel minder programmeurs nodig maar wel mensen die de juiste vragen stellen over het functionele aspect en het ethisch kader. Dat kan bij uitstek op onze universiteiten en hogescholen. Zo hebben wij nu een vakgroep Human Technologie Interaction. De transfer van technologie naar de samenleving wordt steeds belangrijker. Een voorbeeld van een geslaagd functioneel kader is de tablet, bejaarden kunnen hier heel goed mee omgaan. Maar er zit heel veel technologie onder. Dat toont het belang van een goede technology transfer.”
Hoe gaan we verstandig om met die disruptie?
“Het interessante dat staat te gebeuren is het singularity moment als computers slimmer worden dan wij omdat ze zoveel meer snelle rekencapaciteit hebben. Daar moeten we ons op voorbereiden. De omgang tussen mens en technologie wordt heel erg belangrijk. Wij hebben een innige relatie met machines, zoals we dat altijd hadden met alle gereedschap. Als machines slimmer worden moeten we naar een nieuw evenwicht zoeken. Het wordt een interessante tijd. We moeten varen op ons morele kompas, en dat is veel meer dan het wetboek kan voorschrijven. Dat is een voortdurende discussie die terugvoert op de Griekse filosofen. Dat kompas moeten we inzetten om basisregels te maken waarmee we schaduwzijde van technologie kunnen beteugelen.”
Je kunt deze vooruitgang niet stoppen
Welke kansen biedt ai aan (startende) ondernemers?
“Bij zowel studenten als promovendi zie je vaker de neiging om een start-up te beginnnen. De drempel om een onderneming te starten is veel lager geworden. Met een goed idee kun je binnen een paar seconden rekencapaciteit inkopen, en voor je onderdelen is de hele wereld je toeleverancier. Als ik zie wat studenten kunnen maken! Creatief en vindingrijk, ze bouwen dingen zelf, een perfecte schakelaar voor een apparaat is zo gevonden via internet. Toch is niet iedereen van nature ondernemer en fundamenteel onderzoek is wat lastiger te vertalen naar een start-up. Dat hoef je ook niet alleen te doen. Wat je nodig hebt is een ondernemer die techniek goed begrijpt en een onderzoeker die ondernemen een beetje begrijpt. Die manier van werken zag ik ook bij TomTom.”
Wat begon met de vuistbijl is nu AI
Hoe kan AI bijdragen aan oplossingen voor grote uitdagingen van deze tijd?
“Ik zie technologie als oplossing. Wat begon met de vuistbijl is nu AI. We hebben onszelf door de geschiedenis heen uit de ellende geïnnoveerd. Tegen honger vonden we ploegen en kunstmest uit. Tegen ziekte vaccins. Elke keer lossen we grote problemen op met technologische innovatie. Ik ben een techno-optimist, dat ben ik ook verplicht aan mijn achtergrond als ingenieur. In die lijn is AI een gigantische versterking. Tot nu toe hielpen machines onze armen en benen, door werk over te nemen, onze productiviteit te vergroten. De meest recente machines helpen ook onze hersenen en dat schept enorme mogelijkheden. Ook om maatschappelijke problemen tegemoet te treden. In Eindhoven hebben we drie applicatie gebieden voor ons AI-onderzoek: medisch, mobiliteit en de high-tech industrie. Maar ook in de energie- en voedseltransitie kan AI een grote rol gaan spelen. AI kan ons helpen biologische processen te doorgronden waardoor we vlees en melk kunnen maken buiten het dier. Dat kan je eng vinden, ik vind het boeiend en relevant.”
Is er een toegevoegde waarde als wetenschappelijke onderzoekers op onafhankelijke wijze meedenken over AI?
“Innovatie vindt nooit binnen de lijntjes plaats. Een doorbraak vraagt vaak om een ‘raar’ of onverwacht idee. Wetenschappers zijn daar constant mee bezig, ‘rare’ ideeën. Net als met goede vragen stellen, de goede opdrachten neerleggen en dan zorgen dat het goed landt. AI maakt de wetenschapper veel productiever, bijvoorbeeld in het rapporteren en het vinden en bewerken van onderzoeksdata.”
Begrijp je ook de angst en de uitdagingen die mensen zien, rond AI?
“Mijn vrouw is lerares Nederlands en erg kritisch. Kinderen leren door ChatGTP zelf geen brieven meer schrijven! Een lastige discussie. Vijftig jaar geleden wilden wiskundeleraren geen rekenmachine in de klas en ze hadden ook gelijk: we kunnen nu minder goed hoofdrekenen. Maar we zijn geen slechtere wiskundigen geworden! De vraag is of studenten minder leren als ze zich minder druk hoeven te maken over het rapporteren. AI is ook een productiviteitsslag. Ik geloof niet dat AI ons gaat vervangen. Maar de mensen die met AI kunnen werken gaan de mensen vervangen die dat niet kunnen. We blijven nodig want het is een menselijke kwaliteit om buiten de regels te kunnen denken. Ik vind wel dat generatieve AI gereguleerd moet worden, we moeten onder meer het vooroordeel eruit halen. De Europese AI-Act probeert dat ook te doen. Daar worden we allemaal beter van. Dat zelf-versnellende aspect van AI is zeker een risico, daar ben ik bewust van. Maar de mensen die dystopia voorspellen zijn bijna net zo talrijk als mensen die utopia voorspellen. ”